No. 333 CUM 

9-inch Comtoise klok met spillegang en vouw slinger uit de periode 1843 - 1850 Tot 1843 waren alle messing sierplaten tweedelig gepreegd; vanaf 1843 verschenen de eerste eendelige messing sierplaten, die vervolgens de tweedelige platen met reliëf vervingen tot rond 1850. Dit model met een boerendans voor het oogstfeest is zeker een van de eerste eendelige gestempelde sierplaten, want het heeft nog steeds de kraal tussen het bovenste deel en de hoeken van de wijzerplaat, hoewel alle vier de hoeken van dit model verschillende motieven hebben, wat erg ongebruikelijk is. De decoratieve plaat is gesigneerd op de onderste rand: BLONDEAU & GRENIER (links) en DEPOSE (rechts).        Zie ook No. 169 CUM en No. 1360 (met het jaartal 1853), die hetzelfde motief hebben met kleine verschillen, maar geslagen zijn in de stijl van het decennium 1850-1860. Halve en hele uurslag op de bel met herhaling na 2 minuten. Geëmailleerde wijzerplaat met Romeinse cijfers en versierde sterwijzers.                           

Diameter wijzerplaat: 214

Kooi: 251 x 251 x 144 HxBxD 

Gangwerk: 386 x 251 x 170 HxBxD 

Slingerlengte: 1200 

(alle afmetingen in mm)

1. Werk frontal
2. Oberteil
3. Ecke oben links
4. Ecke oben rechts
5. Ecke unten rechts
6. Ecke unten links
7. Blondeau & Grenier
8. Depose
9. Gehwerk
10. Schlagwerk
11. Uhrwerk frontal
12. Gesamtansicht