No. 18 CUM
Comtoise haantjesklok uit de Louis XV periode rond 1760/1770, centrale secondewijzer, halfuurslag en passant, voluurslag op bel zonder repetitie, vlakke schijfvormige geëmailleerde wijzerplaat, messing strepen aan de zijkanten.
Zeer ongebruikelijk echappement: pin echappement in een aangepaste versie volgens Lepaute.
In het normale pin echappement, dat werd uitgevonden door Amant rond 1740, bevinden de ontsnappingspinnen zich aan één kant van het ontsnappingswiel, terwijl in deze aangepaste versie de pinnen zich aan beide kanten bevinden en ook van verschillende lengte zijn. Asymmetrisch geplaatste opwindspillen. De opwindspil van het uurwerk zit in de wijzerplaat, terwijl die van het slagwerk zichtbaar is onder de wijzerplaat. Blijkbaar had het klok ooit schuifdeksels voor de opwindgaten, wat natuurlijk alleen zin had voor de as van het slagwerkmechanisme. De twee bijbehorende gaten zijn nog steeds zichtbaar in de zwarte steunplaat.
Een extreem vroege Comtoise klok met centrale secondewijzer. Waarschijnlijk het oudste exemplaar dat tot nu toe bekend is.
Diameter wijzerplaat: 215
Afmetingen kooi: 248 x 230 x 143 HxBxD
Afmetingen uurwerk: 360 x 230 x 165 HxBxD
Slingerlengte/loodbol: ca. 1500 (alle afmetingen in mm)